Hoge Raad bezorgt de Belastingdienst een zeer drukke zomer!
Opnieuw Box 3
Vanochtend oordeelde de Hoge Raad dat aan belastingplichtigen die niet hebben deelgenomen aan de massaal bezwaarprocedure geen compensatie hoeft te worden geboden voor het feit dat de Wet in 2017 en 2018 (en daarna) een belasting over vermogensinkomsten voorschreef die op stelselniveau strijdig was met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). In mensentaal: Er werd uitgegaan van een te hoog rendement voor spaarders, waardoor mensen meer belasting moesten betalen dan dat ze feitelijk aan inkomsten genoten.
Indien een belastingplichtige te laat is met het indienen van een bezwaar kan alsnog worden verzocht om ambtshalve vermindering. Alsdan ontstaat er een recht op teruggave met de mogelijkheid van een beroep bij de belastingrechter. Kort voor de uitspraak op massaal bezwaar is echter de Wet gewijzigd, waardoor er geen ambtshalve vermindering behoeft te worden gegeven als dit het gevolg is van gewijzigde jurisprudentie. Slim want volgens deze Wet hoeven mensen die het slachtoffer zijn geworden van een (veel) te hoge box 3-heffing niet worden gecompenseerd volgens de Hoge Raad. Dat is immers gebaseerd op (gewijzigde) jurisprudentie. De Hoge Raad past daarmee de Wet correct toe en dat is natuurlijk de taak van de Hoge Raad. Wel zuur voor die mensen die ervan uitgingen dat een Wet vastgesteld door de regering en gecontroleerd door de Tweede en Eerste Kamer niet strijdig zou mogen zijn met Europees Recht.
Jammer maar helaas?
Ik vind van niet.
1 De politiek
Allereerst moet de politiek zich ernstig schamen en moet er alsnog compensatie voor de te hoge belastingheffing heffen worden verleend. Dat is een kwestie van moraal: Mensen die in goed vertrouwen de belasting betalen, die ze volgens de Wet verschuldigd zijn, mogen niet de dupe worden van hun goede vertrouwen. Een belastingwet hoort op stelselniveau niet strijdig te zijn met Europese Wetgeving. Als die compensatie niet komt dan leidt dit tot een ernstige aantasting van de belastingmoraal: Waarom zou ik me als belastingplichtige conformeren aan Belastingwetten als de overheid mij niet beschermt als deze Wetten strijdig zijn met hogere wetgeving?
2 Europees Hof
Ten tweede zullen we gaan onderzoeken of er een rechtstreeks beroep mogelijk is bij de Europese rechter. Dit kan in de volgende situatie (bron: Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) – Europa Nu (europa-nu.nl)):
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens beoordeelt verzoekschriften van individuen, organisaties en landen tegen lidstaten van de Raad van Europa. Het Hof kan bijvoorbeeld een boete opleggen. De uitspraken van het Hof zijn definitief (er is geen hoger beroep meer mogelijk) en bindend voor de betrokken staten.
Voordat een klacht door het Hof in behandeling wordt genomen, moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden:
- 1. De indiener moet persoonlijk en direct het slachtoffer zijn van een schending van een fundamenteel recht dat is vastgelegd in het EVRM of in één van de protocollen hierbij.
- 2. De klacht moet gericht zijn tegen een publieke instantie (wetgever, administratieve overheid, rechterlijke instantie). Klachten tegen personen of particuliere organisaties worden niet door het EVRM in behandeling genomen.
- 3. Het Hof is bedoeld als ‘laatste redmiddel’. Het Hof neemt een verzoekschrift slechts in behandeling als alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput. In Nederland betekent dit dat de klager normaal gesproken moet procederen tot de Hoge Raad of de Raad van State voordat een zaak aan het EHRM kan worden voorgelegd.
- 4. Het verzoekschrift moet worden ingediend binnen zes maanden na de definitieve nationale beslissing.
Ik denk dat een beroep op de Europese Rechter overwogen moet worden als de politiek haar verantwoordelijkheid niet neemt.
3 De burgerlijke rechter
Tenslotte is een beroep op de civiele rechter een mogelijkheid wegens onrechtmatige overheidsdaad. Vast staat dat de heffing op stelsel niveau strijdig is met het EVRM. Naar mijn overtuiging is het een onrechtmatige overheidsdaad om belasting te willen heffen die in strijd is met dit Europese Verdrag. De civiele rechter kan dan de overheid veroordelen om de geleden schade, de teveel betaalde belasting en de (proces) kosten, te vergoeden.
De Hoge Raad heeft gedaan wat je van de Hoge Raad mag verwachten: op correcte wijze de Wet uitleggen en toepassen. Dat de uitkomst voor velen onbevredigend is doet daaraan niets af. Dat betekent niet dat de politiek dit zou mogen laten rusten: Op de Wetgever rust een dure plicht om Wetten te maken die de toets met het Europese Recht kunnen doorstaan. Het ligt daarom in de lijn dat diezelfde politiek nu haar verantwoordelijkheid neemt.
Mocht dit niet gebeuren dan staat er alsnog de rechtsgang naar de Europese- of de burgerlijke rechter open. Ik hoop van harte dat de Wetgever ervoor zorgt dat deze weinig flatteuze gang aan de belastingplichtigen én de overheid bespaard blijft.