Blog

Geen wettelijke regeling voor mediation: Is dat erg?

Geen wettelijke regeling voor mediation: Is dat erg?

Op 25 juni heeft Minister voor Rechtsbescherming, Sander Dekker, een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. Hierin geeft hij aan het concept wetsvoorstel voor een wettelijke regeling van het beroep van mediator niet in consultatie te brengen. Als reden hiervoor geeft hij in de 8 pagina’s tellende brief aan dat er geen draagvlak is binnen de beroepsgroep, voor het wetsvoorstel.

Ondanks de modernisering van de (gesubsidieerde) rechtsbijstand en het feit dat de Minister nog altijd vindt dat mediation een belangrijke plaats verdient als laagdrempelige geschiloplossing, zal er aan de huidige mediationpraktijk niet heel veel veranderen. Logisch lijkt dat gesubsidieerde rechtsbijstand beschikbaar komt voor meerdere mediationorganisaties dan alleen MfN met een eigen kwaliteitsregister.

Is dat erg?

Voor mediators die hoopten op verplichte winkelnering is het misschien een tegenvaller, maar de praktijk redt zich thans prima. Eigenlijk zijn er thans drie soorten mediators:

– Mediators die zijn aangesloten bij MfN, die verplicht een opleiding hebben gevolgd, getoetst zijn en hun vak moeten bijhouden vanwege PE-verplichtingen. Daarnaast worden deze mediators gecontroleerd op hun praktijkvoering en is er een klacht en tuchtregeling die vergelijkbaar is met die voor advocaten. Onder voorwaarden kunnen deze mediators werken met gesubsidieerde rechtsbijstand.

– Mediators die zijn aangesloten bij ADR-register, die eveneens een opleiding hebben gedaan en zijn getoetst. Ook hier een klachtenregeling. ADR (Alternative Dispute Resolution) heeft een bredere scope dan alleen mediation, en houdt zich ook bezig met bijvoorbeeld arbitrage en werkt internationaal.  ADR mediators zijn uitgesloten van gesubsidieerde rechtsbijstand.

– Mediators die helemaal nergens bij zijn aangesloten. Dat kan. Mediator is een titel die iedereen mag voeren, dus ook mensen zonder (erkende) opleiding mogen zich mediator noemen.

Onoverzichtelijk? Valt best mee. Ten eerste zijn de registers (MfN en ADR) openbaar en makkelijk via de website te raadplegen. Verder zal een mediator graag willen laten weten dat hij/zij in een register is vermeld, dus op de website zal dit zeker vermeld staan.

Het succes van een mediator valt of staat (net als bij andere bedrijven) met een paar aspecten:

– De mediator moet goed werk leveren;

– De mediator moet een goed ondernemer zijn, marketing op orde, productontwikkeling, innovatie, risico’s nemen, kansen zien en benutten (doen!), goede financieringsbasis etc. etc..

Een wettelijke regeling zou mijns inziens een gezonde doorontwikkeling van het beroep in de weg staan. De behoefte aan mediation in onze maatschappij is groter dan ooit: in vele sectoren, publiek en privaat, lijkt het gezonde menselijke overleg plaats te hebben gemaakt voor polarisering die alleen opgelost lijkt te kunnen worden met een harde (juridische) strijd. Dat leidt dan uiteindelijk tot een samenleving waarvan de meesten zeggen: zo willen we het niet. Mediation is een alternatief voor geschiloplossingen waarbij de menselijk maat leidend is.

Uitgangspunt van mediation is vrijwilligheid, commitment en onpartijdigheid, wanneer mediation verplicht zou worden dan zou daarmee mogelijkerwijs het kind met het badwater worden weggegooid: zonder vrijwilligheid geen mediation.  Verder zou een wettelijke regeling mogelijk ontwikkelingen van het vak in de weg staan, wanneer wettelijke regels nieuwe paden en innovatie zouden belemmeren.

De bal is daar waar hij hoort te zijn: bij de beroepsorganisaties. Deze organisaties zullen hun kwaliteitskeurmerk zelf aan de consument moeten bewijzen zonder dat de overheid te hulp schiet. Dat lijkt me een eerlijke opgave, die alle partijen scherp houdt.

In samenwerking met  Stokvis Mediation werk ik  thans aan de ontwikkeling van een (geaccrediteerde) mediatorsopleiding waarin we behalve aan de typische mediatorsvaardigheden tevens ruime aandacht zullen besteden aan goed ondernemerschap. Ik denk dat de praktijk daar behoefte aan heeft. Dit najaar komen we me met meer nieuws.

 

www.fidiation.nl

www.stokvis-mediation.nl

www.vfm-mediation.nl

www.MfNregister.nl

Professionele en gecertificeerde ADR practitioners (adr-register.com)

Boze aandeelhouders……

Boze aandeelhouders……

Ik kreeg een verzoek van Stokvis Mediation om aan te schuiven als fiscalist voor de ontvlechting van een aantal BV’s. De aandeelhouders hadden ruzie gekregen en samenwerking leek geen optie meer.  Terwijl ik mijn plannen zou uitwerken zou de mediation doorlopen ten einde, op een goede manier, de eindstreep van de samenwerking te halen.

Omdat er een tamelijk gecompliceerde bedrijfsstructuur was gekozen, zou voor een deel van de activiteiten gekozen worden voor een juridische splitsing (het fiscaal geruisloos omzetten van de activiteiten van een BV naar twee of meerdere BV’s) terwijl een andere tak door een van de aandeelhouders gekocht zou worden. Hiervoor was een aandelenwaardering van een BV nodig.

Op zichzelf een flinke klus, maar niet super ingewikkeld.

Een bedrijfswaardering kun je niet doen op basis van de cijfers alleen. Dat vergt ook een aantal gesprekken die inzicht geven in de totale bedrijfsvoering. Dit waren geen mediationgesprekken, maar gewoon uitleg hoe het bedrijf functioneert, de markt, de verwachtingen, de kwaliteit van het management…… Wat mij opviel was dat in deze gesprekken veel gelachen werd: De fouten uit het verleden, de verkeerde bestellingen, de successen….. Op enig moment zei ik: “Dit lijkt meer op een reünie van oud collega’s, dan op gesprekken over de waarde van een onderneming.” Enigszins verbaasd werd ik aangekeken.

Twee dagen laten stond er wederom een gesprek met Stokvis Mediation gepland. Mijn bevindingen over de waardering van de onderneming had ik inmiddels doorgegeven. De heren gaven aan nog eens met elkaar uit eten te zijn geweest. Aangezien een van de twee nog vier jaar van zijn pensioen af zat en ze weer “on speaking terms” waren, wilden ze eigenlijk proberen om samen toch verder te gaan. Daarvoor hebben we een gezamenlijk plan opgesteld.

Omdat een gedeelte van mijn fiscale plannen mede zag op vereenvoudiging van de bedrijfsstructuur en er tevens toe leidt dat de onderneming in de toekomst gemakkelijker te verkopen is, gaat dit deel gewoon door. Stokvis Mediation heeft maandelijks een gesprek met beide heren om ervoor te zorgen dat spanningen niet oplopen en controleerbaar blijven. Daarnaast wordt de onderneming verder onderzocht op conflictgevoeligheid en worden hiervoor duidelijke procedures en afspraken ontwikkeld.

Kortom een mooi bedrijf kan met hernieuwde inspiratie verder en de aandeelhouders ook weer met elkaar.  Wij helpen graag bedrijven verder, ook als het even niet gemakkelijk gaat.

(Casus gestileerd en onherkenbaar gemaakt in overleg met betrokkenen)

www.fidiation.nl

www.stokvis-mediation.nl

VFM Mediation |l

Bent u een fraudeur? Het zou zo maar kunnen

Bent u een fraudeur? Het zou zo maar kunnen

Wat moet je ervoor doen om door de Belastingdienst als fraudeur te worden aangemerkt? Dat weet ik niet en sterker: De Belastingdienst weet het ook niet, zo hebben ze zelf toegegeven. Maar de gevolgen kunnen wel verstrekkend zijn.

Jarenlang gebruikte de Belastingdienst de Fraude Signalering Voorziening (hierna: FSV) , waarin mensen werden opgenomen die mogelijk fraude pleegden. Omdat dit bestand in strijd was met de Algemene Verordening Persoonsgegevens (AVG) is hiermee op 27 februari 2020 gestopt.

In het bestand staan 240.000 privé-personen en 30.000 ondernemers.

Had u schade? 

Als het goed is ontvangen al deze mensen voor de zomer een brief van de Belastingdienst, waarin staat dat ze in  het FSV vermeld stonden. Omdat de Belastingdienst de zaken slecht op orde heeft worden er aanvullende vragen gesteld zoals:

“Vermoedt u dat u onterechte gevolgen heeft ondervonden als gevolg van uw vermelding in de FSV?”

Maar hoe weet u dat nou? U weet niet eens hoe lang u in dit foute systeem opgenomen bent geweest.  Heeft u vragenbrieven gehad die veel tijd en moeite kostten? Misschien een belastingcontrole? Moeilijk doen bij aanvragen voor toeslagen?

Na de zomer ontvangen de FSV-geregistreerden een brief met de reden waarom ze opgenomen waren in de AVG. Laten we de verwachting meteen temperen: Van ruim 100.000 geregistreerden heeft de Belastingdienst nu al toegegeven geen flauw idee te hebben waarom ze als (potentieel) fraudeur staan geregistreerd.

Gisteren (17 juni) werd bekend dat ook minderjarige kinderen in het FSV staan geregistreerd. Persoonlijk ben ik daar erg verbolgen over: hoe haal je het in je hoofd om kinderen in een fraudebestand te zetten. Laten we hopen dat etnisch profileren hier geen rol speelde.

Ik snap dat de Belastingdienst na de toeslagenaffaire uitgeteld in de touwen hangt en amper in staat is om nog een geloofwaardige verdediging op te bouwen. Dit FSV-schandaal is groot en ernstig en er is maar een oplossing: transparantie, excuses en een gepaste schadevergoeding.

Fiscale mediation

Ik geloof nog altijd dat er goede mensen werken bij de Belastingdienst. Ik geloof ook dat door de bijzondere taak en daarmee gepaard gaande machtsmiddelen het zicht op de menselijke verhoudingen gemakkelijk verloren gaat. Daarom ben ik als fiscaal mediator aangesloten bij de Vereniging Fiscale Mediation (VFM). Ik geloof erin dat de menselijk maat, het constructieve overleg terug moet in de belastingheffing. Een warm pleidooi voor de noodzaak van fiscale mediation!

 

Neem gerust contact met me op.

 

www.fidiation.nl

www.vfmmediation.nl

www.stokvis-mediation.nl

 

Wetgeving moet beter

Wetgeving moet beter

Als fiscalist die zich als fiscaal mediator ook bezig houdt met een rechtvaardige verhouding tussen Belastingdienst en burger lees ik graag het Weekblad Fiscaal Recht. Dit oude en eerbiedwaardige weekblad zal weinig niet-fiscalisten bekend zijn. Doorgaans bevat het voor niet ingewijden nauwelijks te volgen lange fiscaal wetenschappelijke artikelen, die slechts bij een enkeling de fiscale hersenkwab in vervoering brengen.

Vanochtend las ik een artikeltje van de door mij al tientallen jaren bewonderde emeritus hoogleraar Leo Stevens. In zijn fameuze schrijfstijl deed hij verslag van de toepassing van misbruik van de Inkomensafhankelijke Combinatiekorting (IACK), zoals dat door RTL journalisten was blootgelegd.

De kern van de IACK is dat de minstverdienende ouder, of een alleenstaande ouder die een kind heeft dat jonger is dan 12 jaar een korting op de belasting krijgt van 11,45% met een maximum van € 2.815. Het inkomen moet wel hoger zijn dan € 5.153. Hoe ver wil je als overheid ingrijpen met ondoorzichtige regels in het privé-leven van belastingplichtigen…. maar dat is een andere discussie.

Bij echtscheiding is de IACK een heikel punt ingeval bij co-ouderschap. Tot aan de Hoge Raad is geprocedeerd over de vraag hoe 156 dagen verblijf van het kind precies moet worden uitgelegd bij co-ouderschap na echtscheiding.

Maar bij Bulgaren en Polen gaat het anders en dat ligt niet aan hen!

Doordat zij meer dan 90% van hun inkomen in Nederland verdienen hebben ze -volgens Europese jurisprudentie- recht op dezelfde heffingskortingen als binnenlands belastingplichtigen, maar een buitenlandse echtgenoot wordt volgens de software van de Belastingdienst niet als fiscaal partner aangemerkt.

Dus: zij krijgen, volstrekt legaal de (maximaal € 2.815) IACK toegekend, waar een binnenlandse alleenverdiener met binnenlandse partner het nakijken heeft.

Wie krijgen de hoon van het publiek over zich heen? De medewerkers van de Belastingdienst? Zij moeten de belastingwet uitvoeren en controleren en hen treft geen enkele blaam. De Bulgaren en Polen? Zij hebben niets verkeerd gedaan, sterker nog: zij hebben op correcte wijze hun administratieve verplichtingen nageleefd.

De Staatsecretaris moest terug naar de Tweede Kamer met de mededeling dat de toepassing van de IACK niet goed ging bij arbeidsmigranten. Het had echter op de weg van dezelfde Tweede (of Eerste) Kamer gelegen om er voor te zorgen, dat de wetgeving sowieso duidelijk en toepasbaar was geweest. Dat is de controlerende taak van de Tweede Kamer waar met slechte wetgeving te gemakkelijk wordt ingestemd en de ongewenste gevolgen in de praktijk voor de belastingplichtigen zijn, dat was zo met de toeslagenaffaire, dat is nu ook weer zo.

Als fiscaal mediator span ik me in om de werkrelatie tussen Belastingdienst en belastingplichtigen constructief te houden, dan helpt het enorm als de wetgeving zorgvuldig en duidelijk is. Parlement, doe uw best!

 

www.belastingdienst.nl

www.stokvismediation.nl

Fiscaal advies – Fidiation

Fiscale Mediation: We kunnen het wél beter maken!

Fiscale Mediation: We kunnen het wél beter maken!

Sinds 1985 werk ik in de fiscale praktijk. Niet bij de Belastingdienst maar aan de andere kant van de tafel: als belastingadviseur.  Begonnen als jonge aangiftemedewerker en als fiscaal econoom gegroeid naar allround fiscalist. Wat heb ik vooral geleerd in al die jaren dat ik de belangen van mijn klanten heb behartigd: Toepassing van de (belasting)wet is en blijft mensenwerk!

Dat de Belastingdienst de laatste tijd negatief in het nieuws is vind ik daarom oprecht heel jammer. De komende jaren wil ik werken als (fiscaal) mediator om recht te doen aan de Belastingplichtigen én de mensen bij de Belastingdienst.

Gerechtshof als mediator

Ik was midden twintig en mocht voor het eerste mee met een ervaren fiscalist naar een Gerechtshof, om te assisteren bij een ingewikkelde zaak.  Het ging om de waardebepaling van een onderneming. Ik had de berekeningen gemaakt volgens de (toenmalige) standaarden en had de overtuiging dat de rechter niet anders kon dan mijn “briljante” berekeningen volgen. Tijdens de mondelinge behandeling gaf de rechter aan uiteindelijk een (gemotiveerde) beslissing te zullen nemen als de Belastingdienst en wij als adviseurs er niet uitkwamen. Het Hof deed een nadrukkelijk appel om het alsnog met elkaar eens te worden. Dat lukte. We sloten een compromis dat minder goed was dan mijn berekeningen, maar waar onze klant erg blij mee was. Ook de Belastinginspecteur oogde tevreden.

Feitelijk was dit mijn eerste kennismaking met fiscale mediation, toegepast door het Gerechtshof.

In de vele jaren die volgden lukt het mij vrijwel altijd om het eens te worden met de Belastingdienst als we een verschil van inzicht hadden. Soms niet en dan moest de rechter het laatste woord spreken. Als ik naar die spaarzame keren kijk, dan was het meestal slechte wetgeving die de basis was voor interpretatieverschillen. Slechte en onduidelijke wetgeving is vaak de basis voor escalerende ruzies met de Belastingdienst. Denk bijvoorbeeld aan de toeslagenaffaire.

Macht maakt angstig

Wat ik ook leerde was dat macht angst opwekt voor burgers. Sommige mensen slapen al slecht wanneer ze een vragenbrief krijgen van de Belastingdienst om bepaalde gegevens op te sturen.

“Wat wil de Belastingdienst van me? Zijn ze iets op het spoor, dat ik zelf niet weet?”

De belastingdienst maakt echter gebruik van een wettelijke bevoegdheid om de aangifte te controleren, zonder dat daar persé een verdenking onder ligt.

De emotie kan snel oplopen als de Belastingdienst een boekencontrole aankondigt. Ik heb keurige ondernemers, die helemaal niets te verbergen hadden zien verworden tot angstige mensen. Angst is echter zelden een goede raadgever voor een boekencontrole. Open en eerlijke communicatie, overleg met elkaar hoe een controle zo min mogelijk inspanning van iedereen vergt, duidelijke afspraken over gedrag….. het kan zoveel helpen om zowel de klant als de Belastingdienst een goede belastingcontrole te bezorgen.

Als ik als mediator de belangen van de Belastingdienst en de Belastingplichtige helder kan krijgen en de daarover goede afspraken maak, voorkom ik (te) lange belastingcontroles én dure en energievretende juridische procedures.

Fiscale mediation

Jammer is wel dat de Belastingdienst soms niet mag meewerken aan mediation. Er wordt dan wel gewerkt met mediators van de Belastingdienst zelf. Belastingplichtigen trekken de onafhankelijkheid van deze mediators in twijfel omdat ze werkzaam zijn voor de Belastingdienst.

Beter is het om een echte onafhankelijke mediator te raadplegen. Als ik als fiscaal mediator optreed ben ik onpartijdig en dus géén adviseur van een partij. Die rol blijft gewoon weggelegd voor de fiscalist of accountant van de Belastingplichtige. Als fiscaal mediator waak ik over een goede werkrelatie, vlotte doorloop, eerlijke afspraken passend binnen de fiscale wetgeving.

Neemt u vooral contact op met mij als er conflicten zijn met de Belastingdienst of een vertroebelde werkrelatie bijvoorbeeld bij een belastingcontrole.

Ik ben aangesloten bij de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) en de Vereniging voor Fiscale Mediation.

www.nob.net

www.vfmmediation.nl

www.stokvis-mediation.nl

Leve de liefde

Leve de liefde

Ik werd door Anoeska van Stokvis Mediation gevraagd om mee te doen met een ingewikkelde echtscheiding. Door snel betrokken te zijn zou ik fiscale en financiële problemen kunnen voorkomen voordat er definitieve keuzen waren gemaakt.

Na het eerste gesprek twijfelden we allebei sterk of deze mensen echt zonder elkaar wilden. Ze waren het eens dat een aantal aspecten in hun relatie slecht verliepen maar naar ons gevoel zouden die zaken best opgelost kunnen worden.

Tijdens het tweede gesprek kwamen de klanten zelf met de twijfel of scheiden wel zo’n goed idee was. De mediationvraag veranderde: Kunnen we samen onze problemen oplossen zodat wij weer verder kunnen.

Om dit voor elkaar te krijgen met een voldoende stabiele basis hadden we nog 3 gesprekken nodig.

Bij het afscheid lieten we twee blije en gelukkige mensen achter……..

Natuurlijk sta ik altijd klaar om voor mensen het fiscaal en financieel maximale eruit te halen, maar dit soort mediations zijn de kers op de taart. Als de liefde hervonden wordt en ik heb er een kleine bijdrage aan mogen leveren, dan is dat mooier dan welk slim fiscaal advies ook: zeker in de lente!

www.stokvis-mediation.nl

 

Echtscheiding en aanmerkelijk belangaandeelhouder

Echtscheiding en aanmerkelijk belangaandeelhouder

Bij een echtscheiding spelen emoties een grote rol. Boosheid, teleurstelling, verdriet, rancune, we komen het allemaal tegen en iedereen kan zich er iets bij voorstellen. Financieel moeten er altijd veel zaken worden geregeld: eigen woning, pensioen, verdeling vermogen…. Voor een directeur aandeelhouder geldt dit des te meer en ook: opletten om niet in fiscale valstrikken te lopen!

Aanmerkelijk belang

Als iemand meer heeft dan 5% van het (geplaatste) aandelenkapitaal van een BV of een NV dan is er sprake van een aanmerkelijk belang. Dit betekent dat over ontvangen opbrengsten uit die aandelen (dividend) en over verkoopwinsten 26,9% belasting (2021) moet worden betaald.

Wijziging wettelijke gemeenschap

Met huwelijkse voorwaarden kan ieder vorm van verdeling van aangebrachte vermogensbestanddelen worden bewerkstelligd. Toch is de huwelijks goederengemeenschap decennia lang het meest voorkomende huwelijksgoederenregime geweest. Met ingang van 1 januari 2018 is dit regime ingrijpend veranderd en moeten we goed onderscheid maken tussen huwelijken die gesloten zijn voor en na die datum, zeker als er aanmerkelijk belangpositie in het spel is.

Huwelijksdatum na 1 januari 2018

Als een huwelijk (zonder het maken van huwelijkse voorwaarden) is gesloten na 1 januari 2018 dan blijven aanmerkelijk belangaandelen behoren bij degene die ze voor het huwelijk al had. Bij een latere echtscheiding komen deze aandelen niet in de verdeling van huwelijks goederenboedel. Heffing van aanmerkelijk belang over de meerwaarde van de aandelen is dan niet aan de orde.

Huwelijksdatum voor 1 januari 2018

Bij een huwelijk voor 1 januari 2018 of bij huwelijkse voorwaarden die een (oude) gemeenschap scheppen (na 1 januari 2018), worden beide huwelijkspartners ieder voor de onverdeelde helft aanmerkelijk aandeelhouder. Bij een latere echtscheiding vallen de aanmerkelijk belangaandelen dus in de huwelijks goederenboedel en moeten worden verdeeld. Meestal zullen scheidende huwelijkspartners niet enthousiast zijn om ieder 50% van de aandelen te krijgen en op die manier zakelijk aan elkaar gebonden te blijven.

Als de verdeling van de aanmerkelijk belangaandelen afwijkt van 50%-50% vindt er in zoverre een overdracht plaats en dus -in beginsel- heffing over de meerwaarde van de overgedragen aandelen. Gelukkig komt de wetgever voor de meeste gevallen met een oplossing: De verdeling van de huwelijksgemeenschap binnen 2 jaar na ontbinding van de huwelijksgemeenschap waartoe de aandelen behoren wordt meestal niet als een vervreemding van aanmerkelijk belang aandelen gezien. U leest -terecht- “meestal” en dat roept de vraag op: Wanneer niet dan?  Er zijn een paar voorwaarden maar de belangrijkste waardoor het soms mis gaat: degene die de aandelen verkrijgt is (met een nieuwe liefde) in het buitenland gaan wonen. In dat geval moet er alsnog fiscaal afgerekend worden.

Omdat er fiscaal geen vervreemding plaatsvindt moet de verkrijgende echtgenoot de oorspronkelijke verkrijgingsprijs van de aandelen blijven aanhouden als verkrijgingsprijs. Dat de aandelen bij de verdeling van de huwelijks goederenboedel wellicht meer waard zijn speelt geen rol.

Verdeling binnen 2 jaar

Als het niet lukt om de boedel te verdelen binnen 2 jaar dan leidt een afwijkende verdeling van de aanmerkelijk  belangaandelen (anders dan 50-50) tot heffing over de meerwaarde van de aandelen van de onder bedeling. De termijn begint te lopen op het moment dat het verzoek tot echtscheiding is ingediend bij de Rechtbank. Als het door overmacht niet lukt om binnen 2 jaar tot een verdeling te komen , dan moet –voordat de termijn verstreken is– een verzoek worden gedaan aan de belastinginspecteur om de termijn te verlengen en dus belastingheffing te voorkomen. Als de termijnoverschrijding te wijten is aan het handelen van de Belastingdienst wordt verlenging van de 2 jaarstermijn altijd verleent.

Bij echtscheiding van een aanmerkelijk belanghouder is het van groot belang om de fiscale positie goed in kaart te hebben om onverwachte en ongewenste heffingen te voorkomen.

Fidation is bij uitstek de specialist op fiscaal en financieel vlak bij complexe echtscheiding en zakelijke conflicten. Neemt u gerust contact met ons op.

 

Bij echtscheidingen werken wij vaak samen met de specialisten van Stokvis Mediation www.stokvis-mediation.nl .

 

Nederland als conflict

Nederland als conflict

Ik ben Nederlander. Ik kan bijna iedere kleur hebben die er op de wereld te vinden is en overal vandaan komen. Ik kan ieder geloof aanhangen dat er bestaat of denkbare seksuele voorkeur hebben. Ook qua karakter ben ik zeer divers, van zeer introvert tot extreem extravert, doeners, denkers, luien, ijverigen etc. Toch ben ik Nederlander.

Is er plaats voor mij? Is er plaats voor die ander?

Sociale media

Als ik me baseer op sociale media, dan is het antwoord op die vraag nogal onzeker. Door slimme algoritmes worden tegenstellingen uitvergroot en krijgen extreme standpunten de meeste aandacht. Soms lijkt het er wel eens op dat vernietiging van de ander of, op zijn minst, zijn of haar mening het hoogste doel is. In alle opwinding vergeten we gemakkelijk dat er aan de andere kant van het toetsenbord iemand zit die vooral lijkt op onszelf: diegene wil net als jij wat geluk ervaren, wat meedelen in de welvaart, wat ruimte hebben om zichzelf te zijn, perspectief hebben voor zichzelf en zijn of haar geliefden en nog wat van die dingen die jij ook zo graag wilt.

Filosofie

Over de vraag wie jij bent en wie is de ander, is in de filosofie veel nagedacht. Tegenover het “denkende zelf” (ik denk dus ik ben) van Descartes staat de omarming van het “dansende zelf” van Nietzsche dat uitgaat van de omarming en begrip van onze driften en onze ervaringen om  uiteindelijk daaruit een sterke wil vormen . Deze twee voorbeelden zijn illustraties, de vraag wie we zijn is niet opgelost en wordt misschien ook niet opgelost.

Eigen ervaring

Ik kan wel dingen ervaren. Soms vind ik iets leuk of fijn soms juist niet. Mijn waarnemingen en ervaringen vormen mijn behoeften. Ik vind sporten fijn, ik lees graag, ik vind het leuk om lange gesprekken aan tafel te hebben, ik houd van muziek, ik vind het prettig om te werken, ik houd van rust, ik wil graag gezond zijn……

Wat nu als mijn behoeften zich vertalen naar gedrag waar jij last van hebt, omdat het niet aansluit bij jouw behoeften? Dan hebben we een conflict:

Als mijn behoefte aan rust in strijd komt met jouw behoefte om gezellig met vrienden te zijn.

Als mijn behoefte aan gezondheid in strijd komt met jouw behoefte aan vrijheid.

Als mijn behoefte aan mobiliteit in strijd komt met jouw behoefte aan natuur.

Als………

Wat doen we met al die “alsen”? Kunnen we elkaar blijven zien en erkennen als individu met evenveel rechten als onszelf of wordt die andere partij iets of iemand die maar beter niet kan bestaan.

Antwoord van Fidiation

Het antwoord van Fidiation bij conflicten is duidelijk: Als partijen elkaar weer erkennen en ruimte geven, kunnen we bijna ieder conflict oplossen. Dan worden conflicten bronnen van inspiratie omdat daar de wezenlijke botsing plaatsvindt tussen behoeften en waarden van mensen, van organisaties en van maatschappijen. Als die botsing kan plaatsvinden zonder destructieve escalatie van het conflict dan ontstaat er creativiteit, samenwerken en inspiratie.

Fidiation is bij uitstek het bedrijf dat organisaties verder helpt om van iedere crisis een kans te maken. Neem gerust contact op!

 

De auto van de zaak: blijken is niet schatten

De auto van de zaak: blijken is niet schatten

Weinig onderwerpen roepen zoveel emotie op aan de borreltafel als de auto van de zaak. Niets menselijks is mij vreemd en ook ik word vrolijk een fraai opgepoetste vierwieler. Behalve de glimmende bolide is er de bijtelling: voor veel gebruikers een doorn in het oog! Soms wordt met kunst en vliegwerk (achteraf) een kilometeradministratie in elkaar geknutseld om toch maar beneden de 500 km privé-gebruik per jaar te blijven. Hof ’s Hertogenbosch moest recent weer eens oordelen over een al te doorzichtige kilometeradministratie.

De regeling

De regeling is eigenlijk vrij simpel, als je een auto van de zaak hebt en je rijdt daarmee 500 km of meer voor privé-doeleinden dan moet er 22% van de cataloguswaarde van de auto worden bijgeteld. Deze bijtelling is voor de ondernemer (inkomstenbelasting) als voor de werknemer (loonbelasting) even hoog en ook de tegenbewijsregeling (500 km privé is gelijk luidend). Voor volledig elektrische auto’s geldt een bijtelling van 12% van de cataloguswaarde (2021).

Blijken

Indien uit een rittenadministratie of anderszins blijkt dat de auto voor niet meer dan 500 km voor privé-doeleinden wordt gebruikt wordt de bijtelling op nihil gesteld. Blijken is het fiscale woord voor bewijzen. In het fiscale recht moeten aftrekposten doorgaans aannemelijk worden gemaakt, dat is een veel mindere zware bewijslast dan “blijken”.

Ook bij Hof ’s Hertogenbosch ging het mis voor de belastingplichtige, hij ontkwam met een gebrekkige kilometeradministratie niet aan de bijtelling voor het privé-gebruik auto. Eigenlijk zou een rechter niet eens uitspraak hoeven te doen als je de volgende feiten leest:

2.3.

Op 14 september 2011 is een rit vermeld van [vestigingsplaats] naar [plaats 1] , waarbij als beginstand staat vermeld 154.957 en als eindstand 154.919. In week 39 is op 30 september 2011 een eindstand van de kilometerteller genoteerd van 156.561. De beginstand in week 40, op 3 oktober 2011, is 155.561 kilometer.

2.4.

In een brief van 20 april 2018 schrijft [C] van [de garage] (hierna: de garage) dat de auto op 15 juni 2011 met een kilometerstand van 141.709 en op 30 november 2011 met een kilometerstand van 163.907 voor een onderhoudsbeurt in de werkplaats is geweest. Belanghebbende heeft ook een bon (‘werkplaatskaart’) van de garage van 30 november 2011 overgelegd, waarop een kilometerstand van 163.907 is vermeld. Deze kilometerstand komt overeen met de kilometerstand in de rittenregistratie op die datum. In de rittenregistratie is op 15 juni 2011 geen rit naar de garage vermeld.

Ik kan soms heel slecht begrijpen waarom dit soort zaken bij een rechter komen: kansloze missie!

Hoe moet het wel?

In principe geldt er altijd de vrije bewijsleer en staat het aan belastingplichtigen vrij hoe zij bewijzen dat ze minder dan 500 km privé hebben gereden. De Wetgever komt belastingplichtigen echter te hulp en geeft aan dat een rittenregistratie ten minste bevat:

a. merk, type en kenteken van de auto;
b. periode van terbeschikkingstelling van de auto;
c. per rit:
1. datum;
2. beginstand en eindstand van de kilometerteller;
3. beginadres en eindadres;
4. de gereden route indien deze afwijkt van de meest gebruikelijke;
5. het karakter van de rit.

Besparen op de bijtelling is mogelijk.

Mag /kan het ook anders?

Zoals hiervoor aangeven geldt de vrije bewijsleer, dus mag de belastingplichtige op elke mogelijke manier doen blijken dat hij minder dan 500 km privé heeft gereden. Niet vaak lukt het de belastingplichtige om de rechter, zonder sluitende kilometeradministratie,  toch te overtuigen dat er minder dan 500 km privé is gereden.

Enkele voorbeelden waar het wel goed ging:

Hof ’s Gravenhage 1995: Autohandelaar met een eigen auto die van zijn werkgever het woon-werkverkeer met een zakelijke auto mocht rijden maar deze nadrukkelijk niet voor andere doeleinden mocht gebruiken.

Hof ’s Hertogenbosch 2013: Exploitant van een jachthaven stelt 3 oude auto’s ter beschikking om zakelijke ritten mee te maken. Verklaringen van het personeel dat deze auto’s niet voor privé (mogen worden) gebruikt overtuigen het Hof.

Het is echt zoeken naar voorbeelden in de jurisprudentie die -ondanks het ontbreken van een sluitende rittenadministratie- toch goed gingen bij de rechter.

Conclusie

Zonder een deugdelijke kilometeradministratie wordt het heel lastig om onder de bijtelling voor privé gebruik auto uit te komen. Soms echter zijn er andere en wellicht voor u interessantere mogelijkheden dan het ter beschikking stellen van een auto van de zaak. Misschien een idee om binnenkort eens verder over te praten? Ik maak graag tijd voor u!

 

Het Rijnlands model

Het Rijnlands model

Vorige week presenteerden VNO NCW en MKB Nederland de koers voor de komende jaren in een document: Agenda NL 2030 Ondernemen voor brede welvaart*. Deze logische titel werd echter gevolgd door een ondertitel, waarvan ik heel gelukkig werd: Naar nieuw Rijnlands samenspel. Als mediator geloof ik heel sterk in het Rijnlandse model. Hieronder ga ik mijn enthousiasme voor dit model met u delen.

Als penningmeester van VNO NCW Midden vind ik natuurlijk, dat u de gehele nieuwe koers zou moeten lezen, maar ik selecteer een aantal punten eruit die mij erg aanspreken.

Rijnlands is inclusief

In tegenstelling tot het topdown denken in het Angelsaksische model is het Rijnlandse model een inclusief model. Het belang van een onderneming is niet uitsluitend aandeelhoudersbelang, maar is veel breder dan dat. Denk daarbij bijvoorbeeld aan: klanten, personeel, toeleveranciers, milieu, maatschappij…. Bij een Rijnlands model hoort dus nadrukkelijk inclusief denken. De hele “Agenda NL 2030” ademt de sfeer van inclusiviteit. Een paar voorbeelden:

Pagina 21: “Een inclusieve samenleving betekent dat iedereen mee kan doen en dat iedereen gelijke kansen heeft. Gelijke kansen om je talent te ontplooien en om goed werk te hebben. Gelijke kansen op een goede gezondheid en om mee te delen in de welvaart. Wij kiezen voor een Nederland waarin iedereen zekerheid heeft over inkomen. Ook bij verlies van baan, arbeidsongeschiktheid en pensioen.”

Pagina 29: “Om gelijke kansen te hebben in welk aspect van het leven dan ook is het belangrijk dat je niet gediscrimineerd wordt vanwege je afkomst, je geslacht of je seksuele geaardheid. Ook al bedoelt de dominante groep het nooit zo, toch is in Nederland elke dag sprake van discriminatie. Dit moet worden uitgebannen. Ondernemingen mogen niet discrimineren.”

Pagina 30: “Als het gaat om onze leefomgeving zijn drie onderwerpen cruciaal: de ruimtelijke inrichting van ons dichtbevolkte land, de overgang naar een klimaatneutrale samenleving en naar eencirculaire economie.”

Pagina 36: “Wij willen hiermee een land in brede welvaart overdragen aan toekomstige generaties. Zonder milieu- en sociale schulden en met uitstekende mogelijkheden om straks op een duurzame manier hun geld te verdienen. En dat op zo’n manier dat we hen niet opzadelen met een onbetaalbare rekening.”

Ik merk op dat ondernemers veel verder durven te gaan in een groene en sociale visie op de samenleving dan de meeste politieke partijen.

Rijnlands is er samen uitkomen

Als je gezamenlijk verantwoording neemt voor alle aspecten van een onderneming en die ook belangrijk vindt dan vindt er een democratiseren plaats van de bedrijfsvoering. Overleg en commitment vervangen controle en dwang. Dat is moderne bedrijfsvoering. In zo’n bedrijfscultuur is het bij botsende waarden, methodes of doelstelling logisch om er met respect voor de persoon en de relatie uit te komen. Dat is nu precies wat wij bij Fidiation doen bij onze businessmediations.

Door een conflict te zien als een kans voor groei en  ontwikkeling van de onderneming, worden relaties versterkt. Dat kan binnen de eigen onderneming maar ook met externe partijen zoals de leveranciers, klanten en omgeving.  In een businessmediation helpen wij om door te dringen tot de kern van een conflict. Als de kern van het conflict duidelijk is en mensen weer met elkaar praten in plaats van ruzie maken, dan is de oplossing meestal een vanzelfsprekendheid. Misschien nog belangrijker: relaties blijven in tact en worden sterker.

Vrijwel altijd eindig ik mijn bijdrage met de opmerking, dat ik u graag help om samen met u uw problemen op te lossen. Dat is nog steeds zo. Daar zou ik echter voor een keer graag aan willen toevoegen: en overweeg om lid te worden van VNO NCW, want een sterke vereniging is nodig om ondernemersbelangen goed te behartigen, juist in deze lastige tijd.

* Voor wie het wil nalezen: ondernemen_voor_brede_welvaart_-_vno-ncw_en_mkb-nederland.pdf (vno-ncw.nl)