Blog

Box 3 strijdt met Europees recht

Box 3 strijdt met Europees recht

De Hoge Raad schept (on)duidelijkheid!

Het zal niemand ontgaan zijn, op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad beslist dat de forfaitaire heffing over de inkomsten uit vermogen (box 3) strijdigheid oplevert met art. 14 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en art. 1 van het Europees Protocol.

In gewone mensentaal: Het echte rendement dat wordt behaald met het beleggingsvermogen is veel lager dan het rendement (en de belastingheffing) waar de wetgeving vanuit gaat. De Hoge Raad trekt dan de conclusie: “Uit het hiervoor overwogene vloeit voort dat voor het met ingang van 2017 geldende forfaitaire stelsel geen toereikende rechtvaardiging is aan te wijzen. Voor degene die, zoals belanghebbende in de onderhavige jaren, door dit forfaitaire stelsel wordt geconfronteerd met een heffing naar een voordeel uit sparen en beleggen dat hoger is dan het werkelijk behaalde rendement leidt dit tot een schending van zijn door artikel 1 EP, in samenhang met artikel 14 EVRM, gewaarborgde rechten.”

Hoe moeten we dan belasting over vermogensinkomsten heffen? In de behandelde casus komt de Hoge Raad met een oplossing “op rechtsherstel gerichte compensatie” door het tarief van box 3 (30% thans 31%) toe te passen over het werkelijke rendement.

Ik hoor de box 3 betalers juichen: De belastingheffing gaat vorstelijk naar beneden! Als belastingadviseur juich ik graag met mijn klanten mee, maar toch houd ik teveel vragen over om echt in een jubelstemming te zijn.

Werkelijk rendement

Wat is dat “werkelijk rendement”? We kennen dat begrip niet in de fiscale wet.

Voorbeeld:

Piet heeft € 500.000.  Hij ontvangt 3% aan rente en dividenden dus € 15.000. Als gevolg van koersdalingen lijdt hij € 12.000 koersverlies.

Wat is het werkelijk rendement? € 15.000? € 3.000?

Marianne heeft ook € 500.000. Zij ontvangt geen rente of dividend. Als gevolg van koersstijgingen maakt ze € 15.000 koerswinst.

Wat is het werkelijk rendement? 0? € 15.000?

Door de introductie van een begrip dat we in de huidige wetgeving niet kennen schept de Hoge Raad een grote mate van onduidelijkheid waar we in de praktijk niet mee uit de voeten kunnen. Het is de vraag of deze duidelijkheid van de Hoge Raad kan worden verwacht of dat het de Wetgever is die heel snel met duidelijkheid moet komen. Het rechtsherstel dat de Hoge Raad biedt is een merkwaardige mix van het werkelijk rendement zoals we dat kenden uit de Wet inkomstenbelasting 1964 (geldig tot en met belastingjaar 2000) en het huidige tarief voor de forfaitaire heffing van box 3.

Bezwaar

De uitspraak volgt op een massaal bezwaarprocedure. Wie geen bezwaar heeft aangetekend en thans er achter komt dat de belasting over 2017 en 2018 te hoog is vastgesteld vist kennelijk achter het net. De bezwaartermijn tegen een belastingaanslag bedraagt 6 weken en nieuwe jurisprudentie is geen reden om oude aanslagen (ambtshalve) te herzien.

Toch knelt het…..

Stel u dient uw aangifte inkomstenbelasting over 2017 in geheel conform alle wettelijke bepalingen. (En dus achteraf bezien met een (veel) te hoog box 3 inkomen). De inspecteur volgt de belastingaangifte en legt de aanslag conform uw aangifte op.

Achteraf bezien blijken de wettelijke bepalingen onjuist, althans strijdig met Europees recht.

Is het dan logisch dat u pech heeft of…..

De fiscaal gebruikelijke rechtsgang (bezwaar, beroep) lijkt afgesloten. Wat overblijft lijkt een gang naar de burgerlijke rechter wegens onrechtmatige overheidsdaad, nu de nationale wetgeving in strijd blijkt met hogere regelgeving.

Onderzocht zou kunnen worden of een rechtstreeks beroep bij de Europese rechter kans van slagen heeft.

Politiek

Beter dan het zoeken naar wegen om alsnog het fiscaal juridische gelijk te halen, zou het zijn als de politiek duidelijkheid zou verschaffen. Op korte termijn zou daarvoor compensatie nodig zijn voor de box 3 heffing van alle belastingjaren vanaf 2017 op de manier die de Hoge Raad aangeeft: Heffing over het werkelijk rendement (wat dat ook moge zijn) tegen het bekende box 3 tarief. Dit vergt wel een enorme inspanning van de toch al overbelaste Belastingdienst.

Op iets langere termijn maar wel dit jaar: het invoeren van een heffing over vermogensinkomsten of een aparte vermogensbelasting, die wel de toets van de Europese regelgeving kan doorstaan.

Fidiation

Ons belastingstelsel is zeer ingewikkeld. Wanneer onderdelen van dit stelsel door het gewicht van Europese regelgeving ook nog eens gaan kraken en instorten wordt het bijna onmogelijk om uw belastingzaken op een goede manier te beheersen. Ik heb u graag om uw weg te vinden en ervoor te zorgen dat u veilig tussen de fiscale klippen door vaart.

Neem u vooral contact met me op per mail quintus@fidiation.nl of telefonisch 06-20577579

 

www.fidiation.nl

www.fiscount.nl

www.stokvis-mediation.nl

Ontvangen alimentatie: 4 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf, 160 uur taakstraf en € 200.000 boete!

Ontvangen alimentatie: 4 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf, 160 uur taakstraf en € 200.000 boete!

Quintus kunnen we het voor de fiscus niet…….

De meeste echtscheidingen van ondernemers verlopen relatief soepel. Daarbij helpt het dat ik, als fiscaal econoom, goed de waarde van de onderneming of aandelen kan (laten) inschatten en de fiscale risico’s onderken. Als mediator zorg ik voor een goede begeleiding voor de scheidende partners en stel de kinderen centraal.

Soms krijg ik wel eens een vraag die begint met: Quintus zouden we voor de fiscus niet…….. ongeacht wat er daarna komt, mijn antwoord is dan altijd NEE! Dat heeft twee redenen: Ten eerste werk ik niet mee aan enige fraudeleuze constructie, omdat ik dat zelf gewoon niet wil. Belangrijker voor mijn klanten is dat je er vroeger of later altijd problemen mee krijgt. Zo ook in een casus waarover Rechtbank Rotterdam zich moest buigen.

Rechtbank Rotterdam 18 november 2021

Een echtpaar ging scheiden in 2011 en kwamen in het echtscheidingsconvenant overeen dat de vrouw € 5.000.000 zou ontvangen ter verdeling van de boedel. Er werd niets gezegd over alimentatie.

De dag na ondertekening van het convenant ontving de vrouw een bedrag van € 1.000.000 op een bankrekening in Zwitserland. Ze deed jarenlang geen aangifte van deze ontvangst noch verantwoorde ze het als bezitting in box 3, het inkomen uit sparen en beleggen. Later heeft de vrouw het bedrag naar een bankrekening in Singapore verplaatst. De FIOD kwam de gang van zaken op het spoor en besloot tot strafrechtelijke vervolging.

De verklaring van de belastingadviseur: misschien is er wel wat antiek verkocht…… Niet altijd ben ik trots op de prestaties van mijn beroepsgenoten.

De uitkomst

De betaling van € 1.000.000 werd aangemerkt als alimentatie en over de verzwegen bankrekening moet de vrouw alsnog belasting betalen in box drie voor over alle jaren. Daarnaast krijgt ze een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaar, 160 uur dienstverlening en € 200.000 boete…….

De Rechtbank overwoog tenslotte: dat de verdachte op geen enkel moment gedurende het onderzoek openheid van zaken heeft gegeven en bovendien kennelijk leugenachtig heeft verklaard omtrent de herkomst van het buitenlandse banktegoed. Evenmin heeft zij, ook niet ter terechtzitting, enige blijk ervan gegeven het strafwaardige van het bewust onjuist doen van belastingaangifte in te zien. Zij heeft uitsluitend haar eigen financiële belangen voorop gesteld. De rechtbank acht die houding zeer kwalijk.

Persoonlijk kan ik weinig medelijden met de verdachte voelen.

Doe het anders!

Als mediator en fiscalist zoek ik natuurlijk voor mijn klanten naar de financieel en fiscaal beste oplossingen. Dat zijn oplossingen die passen binnen de grenzen van de fiscale wetgeving én het meeste voordeel opleveren. Daarmee worden zorgen en onverwachte vervelende verrassingen voorkomen en slapen mijn klanten, en ik zelf ook, rustig!

 

Neem contact met me op als je wilt dat je zaken goed geregeld worden: quintus@fidiation.nl

www.fidiation.nl

www.stokvis-mediation.nl

www.fiscount.nl

Search – (adr-register.com)

 

Recht tegen de Wet

Recht tegen de Wet

Onze Romeinse voorouders wisten het al: Summum ius summa inuria oftwel het hoogste recht is het hoogste onrecht. Gelukkig hebben we in Nederland zeer bekwame rechters en valt het met dat onrecht voor de meer objectieve beschouwer wel mee. Degene echter die door de rechtelijke macht in het ongelijk is gesteld,  zal dit dikwijls niet beamen. Voor hem of haar zal die uitspraak, hopelijk begrijpelijk, toch voelen als ongelijk krijgen in iets waarvan je dacht dat je wel degelijk gelijk had.

Gevoelde gerechtigheid en recht volgens de wet (geïnterpreteerd door een rechter) is niet hetzelfde. Ik kan me zelfs voorstellen dat degene die wel gelijk heeft gekregen (en daar terecht blij mee is) misschien zelfs in een uithoek van de geest zich voor kan stellen dat de verliezer ook wel een punt had. Misschien zelfs te weinig heeft gekregen…..

Als mediator houd ik me ook, en misschien vooral, bezig met het zoeken naar de gevoelde gerechtigheid. Misschien wel met de vraag: Wat ervaren partijen gegeven hun specifieke omstandigheden als rechtvaardig? Het mediationproces is zo beschouwd een proces waarbij partijen weer leren om de ander te zien als een mens met verschillende waarden en belangen, waarover je met elkaar kunt praten. Als we het kunnen hebben over die waarden en belangen, dan komen we er bijna altijd wel uit. Er uit komen betekent dat partijen hun eigen oplossing vinden, die door alle partijen gedragen wordt. Een oplossing die je zelf hebt bedacht, daar houd je je makkelijker aan dan aan een oplossing die een ander voor jou heeft bedacht.Dat is ook een kracht van mediation. Die oplossing wordt meestal vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst tussen partijen.

Mijn zakelijke klanten hebben soms wat koudwatervrees. Veelal snappen ze prima hoe mediation werkt en willen ze graag de relatie met een klant of toeleverancier niet beschadigen met een rechtelijke procedure, maar…… ze willen wel de zekerheid dat er een oplossing komt. Dat kan, bijvoorbeeld door het opnemen van een arbitrageclausule als partijen (op bepaalde) punten er niet uitkomen. Spannend hierbij is wel dat partijen de onpartijdigheid van de (voorheen) mediator gemakkelijk in twijfel zouden kunnen trekken als de arbitragebeslissing voor hen negatief uitvalt. (Feitelijk hetzelfde probleem als bij een rechtelijke uitspraak). Als partijen perse willen dat ik naast mediator (tevens) optreed als arbiter, dan bespreek ik deze mogelijk gevoelde partijdigheid tevoren met partijen. Liever kies ik ervoor om wel een arbitrageclausule op te nemen, maar de arbitrage te laten verzorgen door een andere arbiter. Dat geeft lucht aan het handhaven van mijn onpartijdigheid als mediator. Steeds vaker word ik juist om deze reden gevraagd om op te treden als arbiter, in zaken waarin ik zelf de mediator niet ben. Ik vind dat een mooie ontwikkeling.

Wilt u de mogelijkheden van mediation en/of arbitrage bespreken? Neemt u gerust contact met me op: quintus@fidiation.nl of bel me 06-20577579

www.fidiation.nl

www.stokvis-mediation.nl

M.H. (Quintus) Stokvis – (adr-register.com)

 

Actie! Op weg naar betere tijden!

Actie! Op weg naar betere tijden!

Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Toch hebben we vertrouwen nodig in elkaar en in de overheid om tot een prettige en rechtvaardige samenleving te komen. Vertrouwen bouw je op door met elkaar te praten en dingen te ondernemen. Dat is dat reden dat ik van harte heb meegewerkt aan “Manifest in beweging” en het aanstaande werkcongres op 19 november “Stappen in conflictbemiddeling”.

Toen ik mijn opleiding tot mediator bij Caleidoscoop afrondde zei ik: “Ik wil gedurende de rest van mijn carrière werken aan verbetering van de relatie overheid-burger.” Daar was geen woord van gelogen.

Toch is de relatie overheid-burger de laatste tijd verre van optimaal. We kennen allemaal de toeslagenaffaire, waarbij burgers vermorzeld werden tussen politieke regeldruk en een uitvoeringsinstantie die (onmenselijk?) streng de regels toepaste. Ook de rechters bleken zich in de luren te laten leggen en luisterden onvoldoende naar de terecht klagende burger: De Landsadvocaat sprak immers meer de taal die zij begrepen.

We zijn allemaal mensen. Wanneer je ervan uitgaat, dat we een samenleving willen waar recht wordt gedaan aan alle belangen, dan begint dat met luisteren naar elkaar: Wat heb jij nu eigenlijk écht te zeggen? Vanuit dat luisteren ontstaat begrip om met elkaar verder te kunnen en naar oplossingen te werken.

Uitreiking van het manifest aan tweede kamerlid Ulysse Ellian

Met Fiscount, ACB Mediation, NMv, ADR-register en IMK heb ik meegewerkt aan de totstandkoming van het “Manifest in beweging”. We willen een brede maatschappelijk beweging voor conflictbemiddeling, in brede zin. Ik voel me daar zeer thuis. Wanneer we als maatschappij weer leren om zorgvuldig met elkaar om te gaan, te luisteren en te communiceren dan ontstaat de basis voor een maatschappij waarin ik wil leven en die ik graag wil nalaten voor mijn kinderen en kleinkinderen. Samenleven doe je immers samen.

Sinds deze week hebben we een website: Stappen in Conflictbemiddeling

Voor ons werkcongres hebben we vanuit ons relatienetwerk mensen uitgenodigd van verschillende bedrijven en maatschappelijke organisaties. Ongetwijfeld is dat netwerk te beperkt en zijn we mensen onterecht vergeten. Schrijf je dan graag in op de website.

We gaan het verschil maken en het is te belangrijk om niet mee te doen!

www.fidiation.nl

www.stokvis-mediation.nl

www.fiscount.nl

http://www.mediatorsvereniging.nl/

http://www.adr-register.nl/

https://www.imk.nl/

https://acbmediation.nl/

Fiscale mediation: En nu de stap voorwaarts!

Fiscale mediation: En nu de stap voorwaarts!

Met een rechterlijke macht die steeds meer moeite heeft om in de stroom van geschillen tijdig, adequaat en correct te beslissen neemt de vraag naar alternatieve vormen van geschilbeslechting toe. Sinds eind jaren ’80 passen we in Nederland mediation toe en op een beperkt aantal rechtsgebieden is dat succesvol gebleken. Met name echtscheidingen, arbeidsgeschillen (exitmediation) en burenruzies zijn bekende terreinen waar mediation succesvol wordt toegepast. Nu is het de tijd voor de ontwikkeling van mediation op andere rechtsgebieden, dat vraagt wellicht ook om een andere mediator.

Dertig jaar geleden was “de uitvinding” van mediation  een zegen. Wanneer de emoties losgemaakt kunnen worden van de inhoud van een conflict ontstaan nieuwe en creatieve mogelijkheden om tot oplossingen te komen en nieuwe vormen van  omgang met elkaar te bedenken.  Veel projecten om mediation toe te passen zijn er geweest, soms succesvol soms minder succesvol. Inmiddels heeft mediation een vaste plaats in de echtscheidingspraktijk, het arbeidsrecht (exitmediation) en in de sfeer van burenruzies.

Mediation en overheid is een lastig verhaal. Soms gaan projecten goed maar soms is er veel weerstand om mediation toe te passen. Dat is ook wel begrijpelijk. Neem bijvoorbeeld mijn vak: fiscale mediation. De Belastingwet kent veel bevoegdheden toe aan de Belastingdienst waaraan de belastingplichtige moet gehoorzamen. Denk aan het toestaan van (langdurige) boekenonderzoeken, het inspecteren van onroerend goed en het doen van onderzoek bij derden over jouw belastingpositie. Vanuit het oogpunt van handhaving allemaal heel logische bevoegdheden. Tegelijkertijd hebben we gezien in de toeslagenaffaire tot welke onmenselijke situaties deze bevoegdheden kunnen leiden. Toepassing van fiscale mediation op basis van meer gelijkwaardigheid kan de veilige positie van de belastinginspecteur als mechanisch toepasser van wetgeving veranderen en dat kan op weerstanden stuiten.

Juist in het fiscale recht is fiscale mediation nodig, maar dat zal een andere instelling van de Belastinginspecteur vragen. De Belastinginspecteur zal niet langer op zijn machtspositie kunnen rusten: Ik ben de baas en ik beslis op basis van mijn wetsinterpretatie! De nieuwe Belastinginspecteur zal -doordrongen van het overheidsbelang (namelijk een eerlijke toepassing van de belastingwet)- het recht moeten vinden in een steeds diverser wordende samenleving.  Dat vergt iets anders dan massaal algoritme-gestuurde vragenbrieven en – aanslagen verzenden. De Belastinginspecteur zal zijn of haar eigen “mens-zijn” mee moeten nemen naar het werk. Dat is wat de moderne samenleving vraagt.

Ook de fiscale mediator is een ander type mediator dan dat we gewend zijn. Een fiscale mediator weet hoe de fiscale wetgeving werkt, zodat bij de belastingplichtige geen valse verwachtingen worden gewekt. Fiscaal recht vindt nu eenmaal de basis in de Wet en die moet op correcte wijze worden uitgevoerd, in de wetenschap dat al het recht nu eenmaal interpretatie naar een concrete situatie vergt. Doel van alle partijen aan een fiscale mediation zal altijd moeten zijn: een juiste toepassing van de belastingwet, recht doende aan de specifieke feiten en omstandigheden waarin een (groep van) belastingplichtigen zich bevindt.

We zullen moeten gaan bewegen. Belastingdienst, mediators, opleidingsinstituten, beroepsorganisaties….. Maar als het ooit de tijd was om tot een beter en meer rechtvaardige toepassing van de belastingwetgeving te komen, dan is het nu wel.

Met 5 relevante organisaties hebben we onlangs een manifest aangeboden aan de politiek. Hierin pleiten we voor een duurzame plek van conflictbemiddeling in de Nederlandse samenleving en het rechtsbestel. Dat is nodig…….hard nodig! Dit is de start van een vernieuwende wind in geschilbeslechting: Op weg naar moderne en geëmancipeerde vormen van geschiloplossing!

www.fidiation.nl

www.stokvis-mediation.nl

www.fiscount.nl

www.mediatorsvereniging.nl

www.adr-register.nl

Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK)

Homepage – ACB mediation

Afkoop van alimentatie: dubbel pech!

Afkoop van alimentatie: dubbel pech!

Op dit moment ben ik druk met de lezingencyclus van Fiscount: Vaktechnische Actualiteiten. Tezamen met mijn fiscale collega’s behandelen we de nieuwigheden op fiscaal gebied voor de aangesloten kantoren. Met inachtneming van de coronanormen doen we dit weer face to face. Tijdens de cyclus behandelen we een casus die ik maar al te goed ken uit de mediationpraktijk bij echtscheiding. Vanwege het grote belang voor de echtscheidingspraktijk behandel ik de situatie in dit blog.

De casus

Een echtpaar besluit te gaan scheiden. Het volgende tijdsverloop is daarbij van groot belang:

  • In februari 2021 worden de onderhandelingen gevoerd over het echtscheidingsconvenant waarbij een alimentatieverplichting van de vrouw ten behoeve van de man wordt vastgesteld.
  • In april 2021 wordt in een nadere overeenkomst vastgesteld, dat de alimentatie zal worden afgekocht voor € 80.000.
  • In juni 2021  betaalt de vrouw € 80.000 aan de man met als omschrijving “afkoop alimentatie, conform overeenkomst”.
  • Het rechterlijk vonnis en de bijbehorende inschrijving vindt plaats eind augustus 2021.

Het echtpaar rekent op het volgende:

De afkoop van de alimentatie is in 2021 belast bij de man (die een gering inkomen heeft) en dezelfde afkoop is aftrekbaar bij de vrouw die een hoog inkomen heeft.

Maar pakt het ook zo uit?

De fiscale werkelijkheid

De man

De Wet Inkomstenbelasting wijst de alimentatie aan als belaste periodieke uitkering. De afkoopsom is -in termen van de inkomstenbelasting- “wat wordt ontvangen ter vervanging van gederfde of te derven periodieke uitkeringen”. Daarmee is er geen twijfel mogelijk dat de uitkering door de man bij zijn inkomen (in box 1) moet worden geteld.

De vrouw

De Wet Inkomstenbelasting wijst betaalde alimentatie aan als aftrekbare onderhoudsverplichting voor de betaler. Periodieke alimentatiebetalingen zijn daarmee fiscaal aftrekbaar.

Echter……….

Afkoopsommen van alimentatie zijn volgens de Wet ook aftrekbaar mits ze worden betaald aan de gewezen echtgenoot. Helaas is de man op het moment van betaling nog niet de gewezen echtgenoot, die situatie ontstaat pas na inschrijving van het rechterlijk vonnis. De afkoop is voor de vrouw derhalve niet aftrekbaar.

Conclusie is dan: wél belastingheffing bij de man, géén aftrek bij de vrouw. Dat is heel zuur en had gemakkelijk voorkomen kunnen worden.

Fidiation is de specialist op het gebied van mediation en belastingen. Dat heeft als enorm voordeel dat u bij bijvoorbeeld echtscheiding niet wordt verrast door fiscale of financiële ongelukken. Steeds meer mensen kiezen voor de combinatie van mediation én fiscale deskundigheid in de begeleiding van hun conflicten. Neemt u gerust contact met me op dan maken we op korte termijn een afspraak.

www.fidiation.nl

www.stokvis-mediation.nl

www.fiscount.nl

www.adr-register.com

www.vfmmediation.nl

www.nob.net

Ondernemers en echtscheiding: fiscaal mijnenveld

Ondernemers en echtscheiding: fiscaal mijnenveld

De echtscheiding van een ondernemer of een directeur aandeelhouder kan onverwachte en ingewikkelde complicaties met zich meebrengen, die specialistische kennis vereisen. Door een second opinion kon ik de klant fiscaal ruim € 188.000 besparen!

Situatie (gestileerd en geanonimiseerd)

Voorgeschiedenis

Karel en Yvonne waren in 1998 gehuwd onder algemene gemeenschap van goederen (oud regime). In 2002 was Karel aandeelhouder geworden in de BV van zijn werkgever voor 4,9 procent van de aandelen. De reden voor dit percentage was dat Karel hierdoor geen aanmerkelijk belang verkreeg waardoor hij de aandelen te zijner tijd onbelast zou kunnen verkopen. In 2005 kocht Karel echter alle aandelen in de BV voor € 2.000.000. Gedeeltelijk werd dit met eigen vermogen betaald en gedeeltelijk leende de verkoper (werkgever) de koopsom. In 2011 was de lening afbetaald.

Yvonne was arts en werkte sinds 2002 in een ziekenhuis, waar zijn een behoorlijk inkomen verdiende.

Een ongeluk komt nooit alleen….

Sinds de coronacrisis ging het heel slecht met het bedrijf van Karel. In 2020 maakte het bedrijf een verlies van meer dan een € 1.000.000 en de verwachtingen zijn thans nog steeds heel matig.

In maart 2021 besloten Karel en Yvonne tot een echtscheiding. Bij waardering door twee deskundigen bleken de aandelen van Karel nog slechts zo’n € 600.000 waard. Karel wilde graag de aandelen toebedeeld krijgen, en Yvonne was het daarmee eens. Volgens de mediator kon dat fiscaal “onbelast”(was er iets te belasten dan?).  De verdeling van de boedel leek niet al te ingewikkeld: Karel de aandelen en Yvonne de echtelijke woning met correctie voor de overwaarde.

Second opinion……

Yvonne wilde graag een second opinion en kwam bij mij uit als mediator die fiscaal en financieel onderlegd is.

Op zichzelf klopten de fiscale gevolgen wel en gaat de wet uit van de mogelijkheid om zonder belastingheffing aanmerkelijk belangaandelen te verdelen bij echtscheiding. Maar dat hoeft niet. In dit geval konden partijen veel beter kiezen om fiscaal wel af te rekenen. Dat zit zo:

In 2021 zijn Karel en Yvonne fiscaal nog partners. Door het huwelijks goederenrecht is Yvonne voor 50% eigenaar van de aanmerkelijk belangaandelen. Door deze 50% belast over te dragen aan Karel ontstaat de volgende situatie:

De belastingwet biedt de mogelijkheid om dit verlies toe te rekenen aan Yvonne. Haar voordeel hiervan bedraagt 26,9% (tarief 2021) x € 700.000=  188.300 Dit bedrag mag zij vanaf 2023 (7 jaar) gaan verrekenen met de belasting die over haar inkomsten als arts verschuldigd. Uitgaande van haar inkomen over 2020 zal zij vermoedelijk vanaf 2023 tot 2028 geen cent belasting hoeven te betalen over haar looninkomsten.

 

Uiteraard was dit een zeer belangrijk voordeel voor beiden, waardoor de verdeling én de financiering veel gemakkelijker verliepen.

 

Fidiaton: mediators met verstand van zaken

 

Echtscheidingen van ondernemers of directeur grootaandeelhouders vragen om een mediator die beschikt over een grote fiscale en financiële kennis, anders worden er grote risico’s gelopen of aanzienlijke voordelen gemist.

 

Het is een goed idee als u deze scheidingen laat begeleiden door Fidiation, wij hebben de skills en de kennis om dit voor partijen optimaal te regelen.

 

www.fidiation.nl

 

www.nob.net

 

vfmmediation.nl

 

www.stokvis-mediation.nl

 

Professional certified and registered ADR practitioners (adr-register.com)

Mediation en vakkennis: duivels dilemma

Mediation en vakkennis: duivels dilemma

Ik los zakelijke problemen op. Dat doe ik mijn hele leven al.

Begonnen als aangiftemedewerker op een groot accountantskantoor doorliep ik alle carrièrestappen die een  fiscalist kan nemen en werk tegenwoordig voor mezelf als fiscalist/mediator. Ik weet dat ik een goede fiscalist ben en ik twijfel of ik een goede mediator ben. Ik zal uitleggen waarom ik daarover twijfel.

Twee weken geleden kwamen twee medici naar me toe. Ze waren op leeftijd en hadden een degelijk financieel beleid gevoerd, waardoor ze financieel onafhankelijk waren. Ze hadden gezamenlijk een maatschap. De ene wilde eigenlijk per direct stoppen en leuke dingen gaan doen, de ander wilde nog 1,5 a 2 jaar wachten zodat hij zijn praktijk kon overdragen aan zijn zoon, die dan zijn studie af zou hebben. Er waren vooral hierdoor wrijvingen opgetreden en ze zochten een fiscaal en financieel onderlegde mediator.

Volgens de regels van mediation ben ik gaan luisteren, heb een aantal interventies gepleegd en vrij gemakkelijk kwamen ze zelf met een oplossing:

Degene die op zijn zoon wachtte zou fulltime 2 jaar doorwerken en dan aan zijn zoon overdragen. De ander zou nog 2 jaar voor maximaal 3 dagen per week werken en haar praktijkaandeel overdragen aan een jonge medicus die al een tijd in de praktijk werkt.

Klaar: iedereen tevreden, factuur sturen, probleem opgelost. Iedere mediator zou gelukkig zijn met dit resultaat.

Ik niet.

De medici hadden mij uitgezocht omdat ik een financieel en fiscaal een goede reputatie heb: ze wilden een fiscaal gunstige oplossing, maar wel ruimschoots binnen de wettelijke mogelijkheden, geen fratsen.

Als fiscalist weet ik dat overdracht van het maatschapsaandeel aan de medewerker zonder belastingheffing kan plaatsvinden, doorschuiven heet dat. Over de meerwaarden in het maatschapsaandeel dat aan de zoon zou worden overgedragen is -zonder nadere maatregelen- echter wel belasting verschuldigd. Dat gaat te zijner tijd natuurlijk gedoe opleveren: hoe kan het dat zij het zonder belastingheffing kan overdragen aan een medewerker en ik belasting moet betalen als ik overdraag aan mijn zoon?

Als mediator moet ik mijn mond houden, als fiscalist zou ik een hele slechte zijn om dit niet aan de orde te stellen. Ik zal heel eerlijk zijn: ik kan het niet, mijn mond houden! Mijn missie is om mensen écht te helpen. Dat doe ik door als mediator mijn klanten hun eigen oplossingen te laten vinden waarbij ik volstrekt onpartijdig ben en neutraal. Als ze echter in (onvoorziene) fiscale of financiële vallen dreigen te trappen dan grijp ik in. Daarmee ben ik vermoedelijk een matige mediator, maar mijn klanten zijn wel tevreden.

Ik help u graag met lastige conflicten en zorg en passant, dat u geen onvermoede fiscale en financiële schade lijdt. Neemt u contact met me op?

www.fidiation.nl

www.stokvis-mediation.nl

www.nob.net

VFM Mediation.nl

 

 

Borg en BV

Borg en BV

Ondernemers willen vaak een BV oprichten met twee belangrijkste doelstellingen: ten eerste de beperking van de (persoonlijke) aansprakelijkheid en ten tweede het behoud van geldmiddelen voor de onderneming vanwege het lage vennootschapsbelastingtarief. De inkomstenbelastingclaim kan immers bij een BV lang worden uitgesteld. Zodra de bank echter borgstelling vraagt van de directeur aandeelhouder (hierna: dga) kan het toch zo maar fout gaan. Hoe zit het dan fiscaal? Hof Arnhem-Leeuwarden deed hier onlangs een uitspraak over.

De praktijk

Ondernemingen die groeien hebben vaak extra geld nodig om de groei te kunnen financieren: nieuwe gebouwen, machines, inventaris. De lasten gaan voor de baten uit en daarom kloppen veel ondernemers aan bij een bank voor een geldlening. Dikwijls vraagt de bank dan aan de dga om zich persoonlijk borg te stellen voor de BV. Een handtekening is snel gezet en als de onderneming succesvol is dan levert zo’n borgstelling geen enkel probleem op, maar……. als de onderneming failliet gaat dan is de bank er snel bij om de dga persoonlijk aansprakelijk te stellen voor de schulden van de BV.

Alsnog moet de dga dan betalen voor de schulden van de BV. Die druiven kunnen heel zuur zijn. Ook het vermogen van een eventuele echtgenoot kan -onder omstandigheden- uitgewonnen worden als er geen goede huwelijkse voorwaarden zijn.

Hoe zit het fiscaal?

Sinds 1 maart 2013 weten we dat de Hoge Raad (BNB 2013/109) een betaling uit borgstelling niet aftrekbaar vindt als deze vooral zijn oorsprong vindt in aandeelhoudersmotieven. Of -in de woorden van de Hoge Raad- “geldt bij de heffing van vennootschapsbelasting van die vennootschap dat het aanvaarden door de vennootschap van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de schulden van die andere vennootschappen zijn oorzaak vindt in de vennootschapsrechtelijke betrekkingen tussen die vennootschap en die andere vennootschappen.” Uit de jurisprudentie volgt dat de Belastingdienst moet aantonen dat de voorwaarden van de borgstelling onzakelijk is. Als een onafhankelijk derde niet bereid zou zijn om tegen betaling het borgstellingsrisico te aanvaarden dan is het een onzakelijk borgstelling.

Hof Arnhem Leeuwarden

De Belastingdienst moet dus aantonen dat er sprake is van een onzakelijke borgstelling en dat lukte niet in de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden van 20 april 2021 (VN 2021 32.3). Een internationale vleesdistributeur financierde de scheepsladingen zelf voor. Hierdoor was dit een zeer kapitaalintensief bedrijf. De aandeelhouders hadden zich ieder voor € 750.000 in privé borg gesteld. De winsten van de BV waren redelijk tot goed en fluctueerden tussen € 500.000 en € 4.000.000 per jaar.

Toen een scheepslading met vlees ter waarde van € 20.000.000 werd gestolen ging het mis: een faillissement was onontkoombaar.  De aandeelhouders werden aangesproken op hun borgstelling.

De aandeelhouders mochten de € 750.000 borg echter wél aftrekken van het Hof:

– de Belastinginspecteur maakt niet aannemelijk dat een onafhankelijke derde niet bereid zou zijn geweest om eenzelfde borg- en zekerheidsstelling aan te gaan onder overigens dezelfde voorwaarden en omstandigheden.

– een verklaring van een bankmedewerker dat de borgstelling gegeven was uit een “moreel commitment” uit hoofde van de functie van directeur (en dus niet als aandeelhouder) was belangrijk.

– er werden geringe debiteurenrisico’s gelopen, omdat die risico’s waren afgedekt;

– het ging al meer dan 20 jaar goed.

Als u dga bent en niet voor onverwachte verrassingen wilt komen te staan dan is het verstandig om nog eens goed naar alle voorwaarden en wellicht onderlinge financieringsverhoudingen te kijken.

Ik help u graag om de risico’s van uw financieringen te analyseren en u daarin te adviseren, zodat ongewenste verrassingen worden voorkomen.

Neemt u contact met me op?

www.nob.net

www.fidiation.nl

www.fiscount.nl

 

Mediation 2.0

Mediation 2.0

Mediation heeft als methodiek voor geschilbeslechting een belangrijk plaats verworven in de Nederlandse samenleving. Op sommige gebieden zoals bijvoorbeeld echtscheiding en arbeidsrecht wordt inmiddels vaak gekozen voor mediation als methode om tot een gewenste oplossing te komen. En laten we eerlijk zijn: het is natuurlijk ook het allerbeste als mensen zelf in staat zijn om oplossingen te vinden voor hun eigen problemen. Een oplossing waarover je het gezamenlijk eens bent zal ongetwijfeld meer gedragen worden dan een oplossing die een derde (rechter of arbiter) dicteert.

En toch…….

Toch vraag ik me af wat de consument van de diensten van een mediator verwacht. Ondanks de mediationovereenkomst en de toelichting daarop, zou ik me bij een echtscheidingsmediator misschien toch graag in handen weten van een specialist die goed weet hoe de echtscheiding juridisch, financieel en fiscaal het allerbeste voor beide partijen geregeld kan worden. En als ik dan geen advies mag verwachten, dan zou ik misschien toch graag behoed worden voor grote juridische, financiële of fiscale narigheid ná de scheiding. Als fiscalist weet ik dat de praktijk anders is. Te vaak blijken de gekozen oplossingen fiscaal rampzalig uit te pakken met forse belastingaanslagen tot gevolg.

Wat ik hier schrijf over echtscheidingsmediation geldt evenzeer voor andere vormen van mediation waar belangwekkende juridische, financiële en fiscale consequenties aan zitten. Denk aan arbeidsmediation en zakelijk geschillen tussen aandeelhouders.

Ik hoor u denken: “maar een goede mediator zal toch -tijdig- aan partijen adviseren om een specialist te raadplegen.” Ik hoop dat dit zo is. In de praktijk zie ik vooral twee dingen. Ten eerste is de mediator zich vaak helemaal niet bewust dat sommige keuzen ver strekkende gevolgen kunnen hebben op andere gebieden en daarnaast zie ik steeds meer uitsluitingsclausules in mediationovereenkomsten en vaststellingsovereenkomsten, waarbij de mediator vooral zijn/haar eigen aansprakelijkheid voor de oplossing probeert uit te sluiten.

Wat is dan de mediator 2.0?

De mediationpraktijk in Nederland heeft een goed niveau en dat moet vooral zo blijven. We weten veel over conflicten, communicatie, belangen, onderhandelen…… Mediation als methode van geschilbeslechting voor ingewikkelde problemen in onze complexe maatschappij kan uitsluitend bestaan als de mediator naast zijn mediationvaardigheden tevens beschikt over goede specialistische kennis in het vakgebied waarin hij/zij als mediator opereert. Anders zal mediation als geschilbeslechting voor problemen met complexe  gevolgen nooit een volwassen status kunnen bereiken.

 

 

Als mediator word ik vaak gevraagd voor complexe (zakelijke) mediations, waarbij partijen zelf hun oplossing vinden en daarbij tevens weten dat ze fiscaal in goede handen zijn. Als specialist en co-mediator werk ik samen met Stokvis Mediation, waarbij het mijn rol is om de financiële en fiscale belangen van partijen te waarborgen. Ik vind het leuk om te merken dat ook steeds meer andere mediators het belang van goede fiscale en financiële borging zien en een beroep doen op de specialismen van Fidiation. Neemt u gerust contact met me op.

 

www.stokvis-mediation.nl

Professional certified and registered ADR practitioners (adr-register.com)

Home – Nederlandse Mediatorsvereniging (NMv)

Home – MFN-register (mfnregister.nl)

NOB